Wanneer mijn
telefoon laat op de avond gaat, zie ik op het scherm een lang
buitenlands nummer verschijnen. Ik twijfel even of ik opneem.
Regelmatig zijn dit rare telefoontjes. Ik besluit toch op te nemen en
krijg een Zweedse mevrouw aan de lijn.
Ik begrijp uit
haar woorden dat haar tante zojuist is overleden en dat zij als enig
familielid de uitvaart moet regelen. Ze vertelt mij dat haar tante in
een verzorgingshuis in Enschede ligt en naar een uitvaartcentrum
gebracht moet worden. Ik vraag haar naar gegevens en besluit om eerst
het verzorgingshuis te bellen. Nadat ik de bevestiging heb gekregen
van een medewerkster van het verzorgingshuis dat de overleden mevrouw
bij hen bekend is, bel ik de mevrouw terug. Ik vertel haar dat ik
haar tante overbreng naar een uitvaartcentrum en de volgende dag
telefonisch contact met haar opneem om de uitvaart te bespreken.
In de dagen die volgen verloopt het contact moeizaam. Mevrouw heeft geen idee hoe een uitvaart in Nederland verloopt. Ze heeft een drukke baan waardoor ze slecht bereikbaar is. Daarnaast moet alles in het Engels en dat is lastiger dan gedacht.
Op de dag voor de uitvaart komt mevrouw ’s avonds laat aan op Schiphol. Er is dan geen mogelijkheid meer om elkaar nog te ontmoeten. Er moeten nog papieren getekend worden. Waaronder een formulier dat mevrouw graag ontheffing wil van de officier van justitie, zodat zij na de uitvaart direct de as van haar tante mee mag nemen naar Zweden. Zij hoeft dan niet nogmaals naar Nederland om de as op te halen. Normaal wordt de as pas na 30 dagen vrijgegeven. Dat is een wettelijke termijn.
De afscheidsplechtigheid verloopt naar wens en mevrouw vloog dezelfde dag terug naar Zweden. Van mij viel een last af. Alles was goed verlopen. Ondanks de taalbarrière!